Mede-eigenaar van 1618 Vastgoed BV.
Het leidmotief van ons bedrijf is schoonheid, besloten in de vaardigheid van het creëren van waarde. We geven enerzijds erfgoed een nieuw leven en anderzijds maken we de monumenten van de toekomst. Daar dwars doorheen hebben wij de overtuiging dat niets zo duurzaam is als een positieve exploitatie.
De aanleiding voor deze column zijn de twee onlangs door 1618 Vastgoed opgeleverde gebouwen STAAL en Gebouw X. STAAL is een appartementencomplex met een thermisch verzinkte stalen huid en Gebouw X is een kantoorgebouw met stro gevulde HSB-binnenspouwbladen met cortenstalen gevelcassettes. Beide projecten staan in Deventer en liggen op een steenworp afstand van elkaar, te weten in het Havenkwartier en op het terrein van De Gasfabriek.
In mijn huidige bouwpraktijk ervaar ik nogal wat hobbels en groeiend ongemak. Tegenstrijdige belangen, een toenemend aantal hoepels waar je doorheen moet springen, zwalkend beleid en een woekering van regels en voorschriften. Misschien is dit een teken des tijds. Veel beroepsgroepen herkennen zich in dit beeld en de kans dat het zich gaat normaliseren, is niet al te hoog. Dat is geen prettig vooruitzicht. Niet alleen voor mijzelf, maar met name doel ik op de toekomstige generatie bouwprofessionals. Hoe kunnen zij ooit nog excelleren in het vak? En met het vak bedoel ik, architectonisch hoogstaande gebouwen maken van een uitstekende bouwkwaliteit?
Deze nieuwe werkelijkheid accepteer ik schoorvoetend. Als je er zelf niet direct invloed op hebt, lijkt verzetten kansloos. Maar een tegengeluid geven, kan natuurlijk wel. Desnoods gaan we de barricade op. ‘Vakbroeders der Lage Landen, verenigt u’. Het vak mag zich niet ontwikkelen tot het enkel repetitief genereren van gestandaardiseerde en geaccrediteerde oplossingen. Dit leidt tot een enorme verschraling van de woon- en leefomgeving.
Op dit moment ben je al snel een klimaatontkenner als je nog met staal, beton en baksteen durft te werken. De ecologische consequenties van bouwen zijn groot en biobased en circulair zijn de nieuwe norm en selectiecriteria geworden. Een positieve ontwikkeling, zeker. De aarde is immers geen onuitputtelijke bron. Maar wennen is het wel. De materiaaleigenschappen van traditionele bouwstoffen zijn niet zo eenvoudig te vervangen door biologische bouwproducten. Hout is geen staal en leem is geen beton. Het beperkt de vormentaal en tegelijkertijd moet het de creativiteit prikkelen om een nieuwe stijl te ontwikkelen. Schaarste maakt creatief.
Hergebruik van gebouwen en materialen is een logische keuze naar een efficiënt omgaan met schaarse goederen. In onze collectieve bouwopgave heeft onderzoek aangetoond dat er niet voldoende leegstaande gebouwen en circulaire grondstoffen aanwezig zijn om aan de vraag te voldoen. Biobased materialen vullen dat gat gedeeltelijk op. Recycling van materialen als glas, beton en staal voorkomt verdere uitputting van de aarde. Zeker als recycling met duurzaam gewonnen energie kan worden geproduceerd. Echter ben ik er wel van overtuigd dat we niet geheel zonder minerale grondstoffen kunnen. Óf we moeten onze collectieve bouwopgave naar beneden bijstellen. Dat is gezien de grote vraag naar woonruimte geen gewenst scenario.
Vakbroeders en aanstormend talent, wat ik wil zeggen is dit: maak fantastische gebouwen van een uitstekende kwaliteit, die tot de verbeelding spreken en waar mensen graag willen wonen en werken. De ruimte is óns domein en dat laten we niet kapot maken door de mens zelf opgelegde en vaak onnodige beperkingen. Bouw de monumenten van de toekomst. Want goede gebouwen blijven altijd behouden en niets is zo duurzaam als hergebruik. ‘Be a warrior of the built environment!’