Beton dat zichzelf repareert, klinkt als een droom, maar in Rijen is die droom werkelijkheid geworden. In een wand van het pompstation van de spooronderdoorgang in het Brabantse dorp is een innovatieve toepassing van zelfhelend beton succesvol in de praktijk gebracht. Dit project, uitgevoerd door aannemer Heijmans, in samenwerking met ABC Betonmortel en Basilisk, markeert een belangrijke stap in de verduurzaming van betonconstructies.
Het concept achter zelfhelend beton is even ingenieus als effectief. De sleutel ligt in de toevoeging van een speciale hulpstof, ontwikkeld door Basilisk uit Delft. Dit bedrijf, voortgekomen uit de TU Delft, heeft een technologie ontwikkeld waarbij bacteriën kalksteen produceren en scheuren in beton dichten. Hierdoor blijft het beton waterdicht, zonder dat extra reparaties nodig zijn.
Een van de grote voordelen van dit innovatieve beton is de reductie van wapening. Normaal gesproken wordt extra wapeningsstaal gebruikt om scheurvorming te beperken en de waterdichtheid te garanderen. Dankzij de zelfherstellende eigenschappen van het beton kon in Rijen echter 35% minder horizontale wapening worden toegepast. Dit resulteerde in een 10% lagere milieu-impact, een belangrijke stap richting duurzamer bouwen. Jeroen van Oosten, adviseur betontechnologie bij Heijmans, licht toe: “Duurzaamheid is een van onze speerpunten. Beton is een van de meest gebruikte materialen in de bouw, dus het is cruciaal om het duurzamer te maken. Met dit project zetten we een concrete stap in de richting van circulair beton, iets waar we in al onze projecten naar streven.”
Dit project is een samenwerking tussen verschillende partijen die allen bijdragen aan de verduurzaming van de bouwsector. ProRail en de provincie Noord-Brabant speelden een cruciale rol als opdrachtgevers en stonden open voor innovatie. De bijdrage van de TU Delft en onafhankelijke onderzoekspartijen zoals SGS Intron zorgde voor een wetenschappelijke onderbouwing en validatie van de resultaten. Marc Ottelé, onderzoeker aan de TU Delft, benadrukt het belang van deze integrale aanpak: “Dit project laat zien dat duurzaam bouwen niet alleen draait om materiaalinnovatie, maar ook om samenwerking in de hele keten. Van ontwerp tot uitvoering en monitoring, elk aspect is gedocumenteerd en geanalyseerd.”
Voor dit project werd een van de lange wanden van een pompkelder in de spooronderdoorgang met zelfhelend beton uitgevoerd. Dit bood de ideale testomgeving om de effectiviteit van het materiaal te beoordelen. Na de stort werden er vier scheuren van maximaal 0,2 millimeter waargenomen, precies zoals verwacht. Om te testen of de bacteriën hun werk deden, werd de kelder gedurende zes weken onder water gezet. Toen het water werd weggepompt, bleek uit visuele inspecties dat de scheuren waren gedicht en er geen lekkages waren. Om de resultaten verder te valideren, werden boormonsters genomen en onderzocht door de TU Delft. De eerste bevindingen bevestigden dat het zelfhelend beton daadwerkelijk functioneerde zoals bedoeld.
Het project in Rijen is niet alleen een test voor zelfhelend beton, maar ook een belangrijk wetenschappelijk experiment. De spooronderdoorgang is ontworpen met een vergelijkende test: één wand werd traditioneel gewapend, terwijl de tegenoverliggende wand met 35% minder wapening werd uitgevoerd. De komende vijf jaar zullen Heijmans en ProRail jaarlijks inspecties uitvoeren om de prestaties van beide oplossingen te vergelijken. Volgens Van Oosten is deze aanpak essentieel voor de verdere ontwikkeling van duurzame bouwtechnieken. “Dit project biedt waardevolle inzichten in hoe we betonconstructies duurzamer kunnen maken. De CO2-besparing die we hiermee realiseren, is significant en kan oplopen tot 10% van de totale uitstoot van een betonconstructie.”
De succesvolle toepassing in Rijen is een belangrijke stap voor zelfhelend beton in de infrastructuursector. De verwachting is dat deze technologie in de toekomst steeds vaker zal worden ingezet, zowel in nieuwbouw- als renovatieprojecten. Naast spooronderdoorgangen en viaducten kan zelfhelend beton ook een rol spelen in bijvoorbeeld riolering, tunnels, parkeergarages en waterbouwkundige constructies. Voor Heijmans is dit project een van de vele pilots op het gebied van duurzaam beton. “We willen blijven innoveren en nieuwe technologieën testen”, zegt Van Oosten. “Zelfhelend beton heeft de potentie om een standaardoplossing te worden in de bouw, en we zijn trots dat we hierin een voortrekkersrol spelen.” Met de groeiende aandacht voor circulariteit en CO2-reductie in de bouwsector kan zelfhelend beton een belangrijke bijdrage leveren aan een duurzamere toekomst. De ervaring in Rijen bewijst dat deze technologie niet alleen werkt, maar ook een haalbare en effectieve oplossing is voor de uitdagingen van de moderne bouwindustrie.
Om zelfhelend beton breed te implementeren, zal verdere opschaling en aanvullend onderzoek nodig zijn. TU Delft en Heijmans blijven samen met partners werken aan het verbeteren van de technologie en het verlagen van de kosten. Nieuwe testprojecten worden opgezet, onder andere in de woningbouw en waterbouw. Een belangrijk aspect is de kosteneffectiviteit. De huidige meerprijs van zelfhelend beton is nog een drempel voor grootschalige toepassing. Echter, doordat het minder onderhoud en reparaties vereist, kunnen de levensduurkosten lager uitvallen. Dit maakt het op termijn een aantrekkelijke optie voor zowel overheden als private investeerders.
Het project in Rijen toont aan dat zelfhelend beton een haalbare en effectieve oplossing is voor de toekomst van duurzaam bouwen. Door samenwerking tussen aannemers, kennisinstellingen en opdrachtgevers is het mogelijk om innovatieve technologieën succesvol in de praktijk te brengen. De komende jaren zullen uitwijzen hoe groot de impact van deze ontwikkeling zal zijn, maar één ding is zeker: zelfhelend beton heeft de potentie om de bouwsector fundamenteel te veranderen.