Beton & Staalbouw belicht in een serie artikelen de renovatie van het Binnenhof. Dit keer richten wij de aandacht niet op één van de vele onderdelen van het 90.000 m2 grote complex, maar op de enorme bouwkeet die vorig jaar op het Plein verrees. Dit gevaarte heeft een grondvlak van 62 bij 12 meter, telt drie verdiepingen en is gebouwd op de parkeergarage die in de jaren zeventig onder het Plein is aangelegd. Dat had constructief al heel wat voeten in aarde, maar er was ook heel wat overtuigingskracht nodig om de buurt en de gemeente Den Haag mee te krijgen. De bouwkeet zal namelijk nog tot zeker in 2028 nodig zijn.
De renovatie van het Binnenhof is opgeknipt in een aantal hoofdonderdelen: het Tweede Kamercomplex, de Eerste kamer, de Raad van State en Algemene Zaken. Elk onderdeel heeft zijn eigen aannemer of aannemingscombinatie en die hebben huisvesting nodig voor hun werklieden, werkvoorbereiders, projectleiders en de bijbehorende kleedruimten en kantines. Heijmans, toebedeeld met de Eerste kamer en Raad van State, heeft dit opgelost door in de Hofvijver een bouwkeet neer te zetten. TBI-bouwcombinatie J.P. van Eesteren, Croonwolter&dros en Nico de Bont, verantwoordelijk voor de renovatie van het Tweede-Kamer-complex, is na een lange voorbereidingstijd neergestreken op het Plein. Met passen en meten is tussen het standbeeld van Willem van Oranje en een rij bomen een bouwketencomplex gemaakt dat plaats biedt aan 500 mensen.
“Een grote bouwkeet op het Plein was één van de alternatieven voor de ruimtevraag van de bouwcombinatie”, aldus projectleider Erik Boersen van J.P. van Eesteren. “Het Malieveld is overwogen, maar dat ligt te ver weg. Inpandig in de gebouwen van het Binnenhof was ook een optie, maar dan moet je telkens weer verplaatsen en verbouwen. Het Plein was daarom vanaf het begin onze voorkeurslocatie. Ondertussen groeide met het toenemen van de kennis over de renovatie en oplopende complexiteit de ruimtebehoefte in de loop der tijd. We kwamen uiteindelijk uit op een bouwkeet van zo’n 2.200 m2. Mocht er nog meer ruimte nodig zijn, dan zal dat elders opgelost moeten worden.”
Vervolgens was het aan de bouwcombinatie en het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) om hier een plan de campagne voor op te zetten, de bouwkundige uitwerking te maken en de goedkeuringen bij onder meer de gemeente te organiseren. “Constructief is het niet ingewikkeld”, vervolgt Boersen. “We hebben het over een bouwkeet van 62 meter bij 12 meter en drie lagen hoog. Dat is bijna 650 ton verdeeld over een betrekkelijk groot oppervlak. Alleen ligt er een parkeergarage onder die is afgedekt met een twee meter dikke laag zand. De dakconstructie van de garage mocht niet meer dan 500 kg/m2 extra belasting hebben, daarom is overwogen de zandlaag af te graven en deels te vervangen door EPS-blokken. Het werd uiteindelijk een soort tafelconstructie van zware liggers die rusten op 25 betonnen poeren. De poeren liggen weer op de kolommenstructuur van de parkeergarage. Alleen voor de poeren diende het Plein tot op het garagedak te worden uitgegraven.”
In eerste schetsen stond de bouwkeet evenwijdig aan het grid van de kolommen van de parkeergarage, met voldoende ruimte voor de hulpdiensten om nog rond het standbeeld te kunnen rijden. “Maar het RVB vond dat we meer rekening moesten houden met de iets schuin lopende rij lindebomen aan de zuidwestzijde van het Plein. De bouwkeet moest daarom gedraaid worden ten opzichte van het grid van de parkeergarage. Die verdraaiing is mogelijk gemaakt door een aantal stalen hoofdliggers door te trekken. Je krijgt dan als het ware een console, zodat je hierop het verdraaide grid kunt leggen van tussenliggers waar de bouwkeet op ligt. Die tussenliggers volgen weer het stramien van de bouwkeet. Het is geen rocket science, maar uiteindelijk moet elk boutje van de bouwkeet wel mooi passen in de draagconstructie. Het is ook allemaal in BIM uitgewerkt.”
De modulaire bouwkeet zelf is samengesteld uit een stalen frame en (geïsoleerde) houten schotten. Net als de stalen draagconstructie is alles aangevoerd vanuit een bouwhub met elektrische vrachtwagens en gemonteerd met een elektrische kraan. Dieselmotoren kom je alleen bij hoge uitzondering nog tegen in het renovatieproject Tweede Kamer. De bouwkeet is ook energetisch zelfvoorzienend. Het bouwwerk is goed geïsoleerd en uitgerust met airconditioning, warmtepompen en 750 zonnepanelen op het dak.
Bijna vijf jaar geleden begonnen de eerste voorbereidingen. Net voor kerst 2023 startte het grondwerk en tussen maart en juni 2024 verrees de bouwkeet op de stalen constructie. “Dat is een lange voorbereidingstijd voor een tijdelijke constructie, maar gezien de vele stakeholders is het geen verrassing”, legt de projectleider uit. “Het is een typisch horecaplein en uitbaters zitten niet te wachten op minder ruimte, bouwoverlast en een enorme bouwkeet als uitzicht. Dat betekent veel opties bekijken en polderen als een politicus. En de tijdelijke werkafzetting is altijd een stuk groter dan het bouwwerk dat je realiseert. Dat kun je goed zien op de Lange Poten, waar bijna de helft van de winkelstraat niet meer beschikbaar is. Voor de bouwkeet op het Plein heeft het RVB een participatietraject opgezet met ondernemers en bewoners in een ruim gebied rond de bouwlocatie. Dat heeft er onder meer toe geleid dat op de verschillende kanten van de keet een groot doek is geplaatst met afbeeldingen van bomen. De tijdelijke bouwhekken tussen het standbeeld en de bouwkeet zijn inmiddels vervangen door een definitieve bouwschutting met vijf canvassen, waarop vijf kunstenaars live kunst hebben gemaakt. Zij deden daarvoor inspiratie op in de musea in het Museumkwartier waar dit gebied onderdeel van is.”
Zo is één van de grootste bouwketen van Nederland zorgvuldig ingepast in het hart van Den Haag. “Ik wil nog benadrukken dat de samenwerking met de gemeente, de hulpdiensten en de ondernemers en bewoners uit de buurt erg fijn verloopt”, besluit Boersen. “De impact die een grootschalig binnenstedelijk bouwproject heeft, wordt snel onderschat. Daarom is een goede voorbereiding en nauwe samenwerking met alle stakeholders essentieel. In dat speelveld proberen wij zo efficiënt mogelijk ons werk te doen.”