Rijkswaterstaat wil klimaatneutraal, circulair, schoon en emissieloos werken. Hergebruik van geleiderails draagt bij aan die ambitie. De markt is er ook klaar voor en heeft aangetoond dat hergebruik van geleiderails loont. Sterker nog, de markt moedigt wegbeheerders aan om het renoveren van geleiderails mee te nemen in hun onderhoudscontracten en niet te wachten op een grote reconstructie, want dan kan het zomaar te laat zijn en kan de geleiderail niet meer gerenoveerd worden.
Vóór 2004 was hergebruik van geleiderails staande praktijk bij Rijkswaterstaat. “Daarna gold het adagium ‘markt, tenzij’ en werd de beschikbaarheid van de weg nóg belangrijker dan voorheen. Hierdoor werd de geleiderails geknipt, wat tot 3x sneller gaat dan netjes demonteren. Daaarna, omdat de beschikbaarheid van de weg nóg belangrijker werd, ging men knippen en de geleiderails als schroot afvoeren. In 2011 kwam daar ook nog de Europese regelgeving bij voor het in de markt brengen van geleiderail, dat moest onder CE-markering”, zegt Marjan Poortinga, senior-adviseur circulaire economie bij Rijkswaterstaat. “Daarmee stopte de mogelijkheid om legitiem te renoveren, omdat er geen CE was op hergebruikte geleiderail. Zodoende worden geleiderails sindsdien opgeknipt en als schroot afgevoerd. Zonde.” Met het oog op de circulaire economie hebben Rijkswaterstaat en marktpartijen vanaf 2019 samen hernieuwde energie gestoken in het hergebruik van geleiderails.
“We zijn begonnen met een marktverkenning waarbij de hele markt werd uitgenodigd, van geleiderailleveranciers en aannemers tot verzinkerijen en opdrachtgevers”, vervolgt Poortinga. “Het doel was om te onderzoeken hoe we op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier invulling konden geven aan het hergebruik van geleiderails, rekening houdend met de aspecten tijd, kosten en milieuwinst. De resultaten uit de verkenning zijn vervolgens getoetst op een pilotproject langs de A79 tussen Maastricht en Heerlen.” Qua tijd kan het tot drie keer zo lang duren om de geleiderails netjes te demonteren ten opzichte van knippen, de kosten zijn nagenoeg hetzelfde tussen nieuw en gerenoveerd en de milieubelasting is ongeveer een derde lager ten opzichte van nieuw.
Alfo van Schijndel, bedrijfsleider van Heijmans Wegspecialisme, kan dat beamen en vult aan: “Met het pilotproject is aangetoond dat hergebruik van geleiderails haalbaar is, mits er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Dat heeft ertoe geleid dat Rijkswaterstaat sinds 2023 in nieuwe contracten opneemt dat herbruikbare geleiderails op nette wijze moeten worden gedemonteerd, zodat deze weer herbruikbaar zijn. Bovendien beloont Rijkswaterstaat in de aanbestedingsfase de aannemers met de laagste milieubelasting met een fictieve korting via de zogenaamde milieukostenindicator. Dit maakt het aantrekkelijk voor aannemers om met herbruikbare geleiderails te gaan werken. Een voorbeeld dat andere opdrachtgevers zouden moeten volgen.”
Het renoveren van geleiderails is sinds 2023 dus weer de gangbare praktijk, maar daar komt vanaf 1 januari 2025 weer een uitdaging bij. “Vanaf dat moment mogen alleen gerenoveerde geleiderails worden toegepast onder CE-markering”, zegt Herman Odijk, Managing Director bij Saferoad Holland. Tot die tijd werd door Rijkswaterstaat ook een andere weg zonder CE-markering toegestaan, om de transitie naar hergebruik te stimuleren en omdat er slechts één aanbieder was die gerenoveerd mét CE-markering kon leveren. Odijk: “In Nederland zijn er twee fabrikanten actief die nieuwe geleiderail onder CE leveren. Je moet namelijk fabrikant zijn om een CE-gecertificeerd product op de markt te zetten, en dat geldt dus ook voor gerenoveerde geleiderails.”
Ook bij deze ‘uitdaging’ heeft Rijkswaterstaat weer nadrukkelijk de markt betrokken. Poortinga: “Het is één van de succesfactoren in de transitie: de hele keten erbij betrekken, ook al gaat dat niet altijd over rozen. En dat geldt ook voor de CE-markering. Toch staat inmiddels een aantal partijen hiervoor gesteld, waaronder Saferoad samen met Van Doorn en Heijmans met Steel Constructions. Addy van Doorn, bedrijfsleider Geleiderail bij Van Doorn, geeft aan dat Van Doorn en Heijmans een goede demontage borgen en vervolgens de renovatie van de geleiderail voor hun rekening nemen onder het Factory Production Control-handboek horend bij het CE-certificaat van Saferoad en Steel Constructions.
Er zijn verschillende niveaus van CE-markering, weet Odijk. “Geleiderail valt in de hoogste klasse qua toezicht en aantoonbaarheid om het product op de markt te mogen brengen. Het vraagt aanvullend een aantal fullscale botstesten bij een geaccrediteerd testhuis. En die resultaten moeten vervolgens gecontroleerd worden door een zogenaamde tweede notified body, waarbij je moet aantonen dat je de geleiderail kunt produceren volgens afspraak. Pas dan wordt het CE verleend en mag je de markt op. Ter vergelijking: het CE-certificaat voor geleiderails valt in dezelfde veiligheidsklasse als brandmelders voor gebouwen.” Van Schijndel vult aan: “Een gerenoveerde geleiderail presteert dus net zo goed als nieuw: de staalkwaliteit is gegarandeerd en de zinklaag is zelfs nog iets dikker dan bij nieuwe geleiderails, wat bijdraagt aan een minimale levensduur van 20 jaar in gemiddelde Nederlandse weersomstandigheden. Elk onderdeel is uitgebreid beoordeeld op passing, beschadiging, vorm en minimale dikte van de zinklaag. Als de zinklaag niet meer voldoet, wordt het onderdeel ontzinkt en opnieuw verzinkt.”
Het is heel divers wat er van de weg komt in Nederland, als je het hebt over de oorsprong van geleiderails. “We komen zelfs materialen tegen die al twee keer gerenoveerd zijn vóór 2011 en die zijn nog steeds geschikt”, verzekert Van Schijndel. “Verzinkerij Van Aert heeft jaren geleden al samen met de TU Delft aangetoond dat je geleiderails prima tien keer kunt renoveren, ontzinken en verzinken zonder verlies van staalkwaliteit.” Dat betekent overigens niet dat er al volop aanbod is van hergebruikte geleiderail. “De insteek is om geleiderails op een project in fases te demonteren, renoveren en weer terug te plaatsen. Er komt geen ‘handel’ in hergebruikte geleiderails”, zegt Van Schijndel, die zich wel enigszins zorgen maakt over de voortgang. “Grote wegenbouwprojecten staan de afgelopen jaren zwaar onder druk en worden in de ijskast gezet, terwijl de geleiderail eigenlijk aan vervanging of onderhoud toe is. Wij wachten op het initiatief van Rijkswaterstaat en andere wegbeheerders om los van deze grote reconstructieprojecten het renoveren van geleiderails in reguliere onderhoudscontracten op te nemen.”
In geleiderails onderscheiden we verschillende roestklasses, zegt Poortinga. “Vanaf roestklasse 4 kun je niet meer renoveren. Anderzijds moet je ook niet te vroeg willen renoveren, want dat is zonde van de levensduur en niet circulair. Het meest ideale zou zijn om geleiderails bij roestklasse 3 van de weg te halen. Dat wordt nu onderdeel van onze instandhoudingstactiek, al zijn we op ons areaal wel altijd aangewezen op groot onderhoudsmomenten van de weg. Alleen de geleiderail vervangen/renoveren zal niet zo snel gebeuren in verband met de nodige hinder.” Odijk: “Voor provinciale en gemeentelijke wegbeheerders ligt dat misschien anders en kan het juist wél van toegevoegde waarde zijn. We moedigen wegbeheerders in ieder geval aan om kritisch te kijken naar de staat van geleiderails, zodat deze tijdig gerenoveerd kunnen worden en op die manier weer een nieuw leven tegemoet gaan. Want hergebruik van geleiderails loont.”
Op verschillende tracés van Rijkswaterstaat schitteren gerenoveerde geleiderails, zoals op het project Middenberm A58 waar van de 17 kilometer geleiderail 2/3 is gerenoveerd en teruggezet. Op de Oosterscheldekering is zelfs 100% gerenoveerd teruggezet. Verder is bij het Groot Onderhoud Prins Clausplein 99% hergebruikt, is bij Ring Zuid Groningen 24 kilometer geleiderail hergebruikt (van de 28 kilometer) en is op de A1 42 kilometer geleiderail opnieuw ingezet (van de 54 kilometer in totaal). Van Schijndel: “Het heeft aannemers en leveranciers getriggerd om nieuwe methodes te ontwikkelen die hergebruik stimuleren. Het toekomstig toepassen van langere planken is daar een voorbeeld van. Ook zijn we als Heijmans bezig om het renovatieproces te vereenvoudigen, zodat in de toekomst mogelijk niet meer ontzinkt hoeft te worden. Deze techniek wordt later aan diverse verzinkerijen beschikbaar gesteld. Als bedrijven werken we namelijk samen om het grote goed te dienen en de duurzaamheid in de keten te vergroten. Dat kun je niet alleen.”
Ook Poortinga prijst dit soort initiatieven en vooral de ketensamenwerking. “Met het hergebruik van geleiderails lopen we voorop, maar er zijn nog veel meer stalen objecten langs de weg die hergebruikt kunnen worden, zoals portalen, lichtmasten, verkeersborden en geluidsschermen.” Wordt ongetwijfeld vervolgd!