Kwalitatief, economisch en duurzaam bouwen met beton

Toekomstgerichte productie van voorgespannen welfsels

Nerva zet sinds lang in op kwaliteit. Na de volledig overname door het Franse Rector in 2021 wordt duurzaamheid een tweede belangrijke pijler. Dankzij een decennialange ervaring en het nieuwe elan realiseerde ze al meer dan 23.000 projecten, waarbij ruim 6 MIO m2 welfsels gebruikt werden.

Streven naar kwaliteit op elk vlak

Erik Geerts, bestuurder en sales director van Nerva: “Kwaliteit omhelst bij ons het hele traject. Klanten technisch bijstaan vanaf de voorstudie is van kapitaal belang. Zo helpen we om zo economisch mogelijk te bouwen met één belangrijke zaak in het achterhoofd: niet inboeten op kwaliteit. Doordat we onze klanten begeleiden vanaf de bestelbon en gedurende het hele traject – inclusief het opmaken van legplannen en een optimale vrachtindeling – zorgen we voor heel wat tijd- en geldbesparing op de werf. Ook zorgt de optimalisatie van het transport voor minder CO2-uitstoot. Ons hele team levert hierbij prachtig werk met vele trouwe klanten als resultaat.”

Productkwaliteit wordt gegarandeerd door Benor- en NF-accreditaties. “Door onze activiteiten op de streng gereguleerde Franse markt zijn we zelfs gewend om het nog beter te doen op het vlak van maatvastheid en betonsamenstelling. Omdat voorgespannen beton onderhevig kan zijn aan externe factoren, werken we steeds met JIT-leveringen waardoor de elementen niet beïnvloed worden door ongunstige weersinvloeden of te lange stockage.”

Duurzaam in vele aspecten

Geerts: “Duurzaamheid uit zich bij ons op vele vlakken, waaronder het product zelf, zijn levensduur, de productieprocessen en de handling. Lage emissies, gesteund op de strenge Franse voorschriften, zijn bij ons de norm. Een meer duurzame productie is gesteund op een samenwerking met onze buur, de Imog afvalverwerkingscentrale. Gewelven worden gemaakt op sterk verwarmde banen en daarvoor verbruikten we vroeger duizenden liters stookolie per jaar, met alle CO2-uitstoot van dien. Nu verwarmen we de banen via een buizennetwerk met restwarmte van de Imog centrale. Daarnaast voorzien we in onze eigen stroomnoden via zonnepanelen op onze nieuwe kantoren. Alle afvalwater wordt bovendien gerecupereerd en gezuiverd, waardoor we het statuut van nullozer verkregen. Ook wordt het afvalbeton hergebruikt bij de productie van nieuwe elementen.”

“Via de research afdeling van Rector ten slotte zijn we nauw betrokken bij enkele boeiende en toekomstgerichte projecten om onze ecologische footprint nog verder te verkleinen”, besluit Geerts. “Denk hierbij aan de zoektocht naar milieuvriendelijke cementvervangers waardoor reeds vanaf de grondstoffenproductie ecologischer gewerkt kan worden. Zo is de cirkel rond en komen we een flinke stap dichter bij 100% circulair bouwen.”