In deze editie van Beton & Staalbouw, de podcast schuiven twee gasten aan: Yves Terneu van Aalborg White en Bernard de Troch van het gerenommeerde architectenbureau Conix RDBM. Onderwerp van discussie: kan wit cement in een sterk reducerende CO2-markt?
De bouwsector speelt een belangrijke rol in de wereldwijde uitstoot van CO2, waardoor het voor architecten en ontwerpers van cruciaal belang is om voor koolstofarme strategieën te kiezen. Hoe kadert wit cementbeton daarin, en wat is het grote verschil met klassiek grijs beton? De heren komen met verrassende inzichten, bespreken unieke toepassingsmogelijkheden en laten ook de onbekendheden niet onvermeld. Kortom, een interessant gesprek voor iedereen die met wit cementbeton aan de slag gaat én toch haarfijn kan inspelen op alle duurzaamheid- en CO2 reductiedoelstellingen.
Welkom bij Beton en Staalbouw, de podcast.
Mijn naam is Roel Vergeels, ik ben vandaag de moderator. En aan tafel zitten Yves Terneu, van Aalborg White, en Bernard Detroch, van Konings RDBM.
Heren, stel jullie zelf even voor. Dank je, Roel, voor de introductie. Mijn naam is Yves Terneu, ik werk voor Aalborg Portland.
Aalborg Portland is een witcementfabrikant die wereldwijd producties heeft in een aantal zeventig landen, opereert, en wij maken, zoals gezegd, witcement. Oké, dank u wel. Bernard? Dank u, Roel.
Ik ben Bernard Detroch en ik werk voor Konings RDBM Architects. Wij zijn een middelgroot architectenbureau, zowel in Nederland actief als in België. En 65, 70 werknemers die voor ons tekenen, uitvoeren en opleveren.
Dank u wel. Heren, of Bernard, moet ik zeggen, wat ik me afvraag, wat zijn de voornaamste redenen om voor witcementbeton te kiezen? Beton is een, laten we algemeen beginnen, een zeer dankbaar product. Het is bijna onmisbaar in de bouw.
En het feit dat het ook in het wit kan zijn, geeft een zeer luxueuze, statige uitstraling aan onze gebouwen. Dat heeft veel voordelen. Naar opwarming.
Een zwart gebouw warmt zeer snel op. Een wit gebouw reflecteert veel van de warmte. Dus dat is naar het interieur, naar de binnenhuiskwaliteit, een groot voordeel.
En uiteraard de luxueuze uitstraling. Ik vergelijk altijd vroeger burgerhuizen, zowel in Nederland als in België, met een wit pleisterwerk. En dat geeft een majestueuze uitstraling.
En dat proberen we vandaag de dag nog altijd te krijgen. En beton is daar een heel gemakkelijke toepassing om toe te passen. Ja.
Een heel dankbare toepassing daarin ook. Vaak zeggen mensen ons ook dat het witbetonnen gebouw een bepaalde uitstraling heeft. Maar het zorgt ook voor wat veiligheid.
Het is ook wat lichter dan andere gebouwen in heel veel gevallen. Ja. Nu hebben we natuurlijk al een aantal voordelen gehoord.
Zijn er wellicht ook wat nadelen? Ik kijk vooral naar Bernard. Bernard, je ruikt geen probleem. Nadelen… Het is misschien wat duurder, omdat het zeer lang blijft bestaan.
Beton is dertig, veertig jaar goed. Het is wat duurder, maar naar onderhoud… Ik ga terug naar voordelen gaan, omdat het zo’n evident product is. Nadelen… Het moet ook gereinigd worden.
Op de witte gevel zie je de aftekening van vuilheid of neerslag onder dorpels en zo. Dat vereist een aantal voorzichtige ingrepen of onderhoud. Naar architectuur toe kunnen we de risico’s beperken.
Maar nadelen… Het is een degelijk product. Als je het vergelijkt met andere… Als je naar natuursteen gaat, moeten we van ver invoeren. Het wordt ook vuil.
Staal is wat gevoeliger aan deuken, aan beschadigingen. Beton is zeer moeilijk te beschadigen. Je moet al echt zware impact hebben.
Ja. Bernard sprak over dertig, veertig jaar. Als je het Pantheon in Rome bekijkt, staat er bijna 2000 jaar.
Ook op basis van beton gemaakt. Daar zie je dat dat beton toch wel heel lang meegaat. Wit beton heeft… Of gekleurd beton.
Daar ga ik zo dadelijk iets meer over zeggen. Wit beton gaat natuurlijk, net zoals elke andere gevel, vervuilen. Zit je in een stedelijke omgeving waar heel veel roet van de wagens is, ga je dat zien op de gevel.
Zit je in een bosrijke omgeving, gaat dat zeker groen worden. Maar heel makkelijk te reinigen, omdat je een heel goede oppervlakte hebt die je perfect met een huistuinenkeukenkercher, noem ik het maar even, kan gaan reinigen. Ga je dat om de vier, vijf jaar doen, dan zit je terug perfect met een heel mooi gebouw.
Er zijn heel veel goede voorbeelden daarvan: gebouwen die er al veertig jaar stonden waar een deel bijgezet is. Waar de bouwheer zei: ik wil identiek dezelfde kleur. Daar hebben we gezegd: reinig het eerste gedeelte, zelfs dat van over dertig, veertig jaar, en maak gewoon terug nieuw wit beton.
En het is perfect. Maar echt met huistuinenkeukenmateriaal, zegt u? Echt. Met een gewone, normale Kercher.
Zeker geen zware, industriële systemen die daarop nodig zijn. Want dan ga je weer een andere afwerkingsgraad hebben. Gewoon heel eenvoudig.
Huistuinenkeukenkercher, bij wijze van spreken. Oké, dank u wel. Yves, hoe wordt wit beton eigenlijk gemaakt? Wit beton wordt gemaakt op basis van witcement.
Dan ga je het mooiste resultaat mee hebben. Wit of gekleurd beton ook. Want we spreken hier nogal vaak over wit beton, maar ook al het gekleurd beton.
We zitten hier in Nederland. Stel dat jullie een heel mooi oranje beton zouden willen maken. Dat kan perfect.
En dan ga je, als je dat gaat doen op basis van witcement, een heel mooie, stabiele kleur en een uniforme kleur krijgen. Dat is door de eigenschappen van het witcement. In witcement zijn bijna alle ijzerhoudende delen verwijderd.
En daarom ga je daar de meeste soorten kleurpigmenten perfect kunnen gebruiken om daar een heel mooie, homogene kleur van te maken. Oké, dank u wel. Interessant.
Bernard, vergt het construeren met wit beton extra aandachtspunten? Ja, elk product heeft zijn eigen toepassingen. Ik was daar straks aan aan het denken. Als je zou organische gevels ontwikkelen met ronde vormen, dan is beton moeilijker om te bekisten.
Er zijn meer eisen op opgelegd. Dus vanaf dat je een keuze maakt naar een materiaal, moet je bepaalde spelregels respecteren. Dat is de uitdaging van elke architect, om daar een optimale combinatie voor uit te vinden.
Maar ik heb ook al aangehaald, beton is een zeer dankbaar product en bijna onmisbaar om te bouwen. Zoals Yves ook zei, het Pantheon staat er 2000 jaar. Om zo’n koepel te maken, dat is bijna niet anders dan met beton.
Vandaar dat ook in de toekomst beton een grote meerwaarde heeft of bijna een onontkoombaar middel is. We willen gebouwen maken die inzetbaar zijn voor verschillende toepassingen. Niet alleen woningbouw, niet alleen winkels.
Dan is beton een zeer bruikbaar product, omdat het alle toepassingen kan omvatten en ook in de toekomst meerdere toepassingen kan toelaten. Maar ja, dat zijn de spelregels die je moet kennen. En dan is het optimaal.
Daar hebben architecten voor. U noemde al een aantal voorbeelden. Heeft u zelf ook recente voorbeelden van projecten die we bijvoorbeeld kunnen bewonderen in wit beton? Jazeker.
Het is niet dat ik Yves zo goed ken. Op balkons is een zeer standaard product dat we altijd in het wit doen. Dat geeft een visueel accent.
Nu in Oostende zijn onze gevels aan de kust. Dat is ook stralend. Een witte betonnen gevel voor hoogbouw wordt vaak toegepast.
Of de architectonische plint, dat je zegt dat dat in beton wordt. Dat kun je dan weer combineren met metselwerk. Een standaard product.
Opnieuw. Ik denk dat we beton nog lang nodig hebben. En CO2 moeten we proberen te beperken of te compenseren.
Oké. Misschien een mooi bruggetje naar Yves? Ja, inderdaad. CO2 is een heel belangrijk onderwerp op deze moment.
Aalborg is reeds jaren bezig om alle mogelijke CO2-reducties te doen. Om je een idee te geven. We proberen natuurlijk alle alternatieve materialen te gebruiken om die CO2 vanuit het basismateriaal te gaan beperken.
Die klinker waar dan het witcement mee gemaakt wordt, ook te gaan beperken. We hebben bijvoorbeeld nieuw onze Decap. Wat al 15% minder is.
En zelfs ten opzichte van andere 36% minder is. Op gebied van CO2. Er zijn natuurlijk ook vanuit de regeringen, eisen waar we zeker nu al aan moeten voldoen.
Maar zeker 2030 en zeker 2050. Dus wij zijn ook bezig met onze volledige CO2 te gaan opvangen. Dus we gaan in de schouw de CO2 opvangen.
Gaan we dan liquide maken en werken we samen met de lederliquide die daar dan met dat product ook weer andere doeleinden mee gaat kunnen voorzien. Wat zijn de grootste verschillen met traditioneel grijs beton, Yves? Grijs beton of beton op basis van grijs cement heeft een andere uitstraling. Heeft een ander zicht.
Ziet er ook grijs uit. Het wordt gebruikt voor alle structurele toepassingen. Alle basiselementen die je nodig hebt in het gebouw.
Wit beton of gekleurd beton op basis van witcement is daar dan een klein beetje een verandering in. Wit beton op basis van witcement gaat steeds wit blijven. Om je een voorbeeld te geven.
En sommige architecten durven dat wel eens doen in een gebouw. Beton op basis van grijs cement. Daar een emmer of een glas water over gieten.
Dan ga je zien dat dat heel donker kleurt. Jouw lichtgrijze beton zoals je die kent gaat aan heel donker grijze kleuren. Dat is het effect van dat water op dat beton.
Bij witcement, ook weer zoals we straks gezegd hebben. Omdat alle ijzerhoudende delen daaruit zijn. Ga je dat niet hebben.
Dat blijft heel wit. Dus bij regenachtige dagen ga je nog steeds dat heel witte, stralende gebouw hebben. Oké, herkent u dat? Ja, absoluut.
Ik denk niet dat wij gevels met grijs beton gaan voorstellen aan klanten. Dat is goed voor infrastructuurwerken, autostrades, bruggen. Zelfs daar zien we dat er wit beton wordt toegepast als je een eyecatcher wilt.
Als architecten hebben we een ambitie om iets moois neer te zetten. Waar het aangenaam naar kijken is. Grijs beton is daar niet geschikt voor.
Het feit dat er al witcement bijgedaan wordt, legt ook een bijkomende eis naar afwerking. Naar een verzorgde bekisting. Dan weet een aannemer of een uitvoerder ook, we willen hier iets moois krijgen.
Dat is niet de bedoeling. Met grijs beton, dat lukt niet. Dat is subtiel.
Dus het vraagt ook meer constructief of hogere eisen tijdens de montage. Tijdens de uitvoering. Daarom zijn we er zo fier op.
Witcement, iedereen graag motiveert. Wit beton, iedereen zet zijn best het eentje voor. Maar we weten, dit gaat het eindeffect worden.
En dan is er een overlap. Beton heeft een dragende functie en wordt dus bij de ruwbouw al toegepast. Maar we willen niet dat die… Dat is een zichtbaar element van de dragende structuur.
En witcement draagt bij om dat de nodige aandacht te geven. En dat we daar niet in de waardigheid van krijgen. Hier is iets gebeurd om te blijven en aantrekkelijk te zijn.
Om mooi te blijven voor jaren. En inderdaad, vanaf de eerste keer is het goed. Als je een mooi wit beton maakt, van de eerste keer gaat dat perfect zijn.
Als je dat goed onderhanden neemt en iedereen zijn verantwoordelijkheden neemt, dan gaat dat ook niet extra moeilijker zijn dan bijvoorbeeld grijs beton te maken. Nee, het is allemaal hetzelfde. Maar je moet natuurlijk wel de juiste aandacht daaraan schenken.
Omdat je dat ene mooie materiaal of mooi paneel onmiddellijk goed wilt hebben voor de komende dertig, veertig, vijftig jaar. En nog veel langer. En nog veel langer.
Ja. Ja, als ik mag inpikken. Want door die aandacht is het van in het begin inderdaad zuiver.
Dan komen we tot een beetje prefabricatie ook. Beton wordt gestort in geconditioneerde fabriekshallen. Als je de verzorgde afwerking bij baksteen of metaal wilt op een werf, dan is dat op de werf zelf ter plaatse uitgevoerd.
En daar heb je meer risico’s. Je hebt de weeromstandigheden niet onder controle, je hebt je mensen niet altijd… Je moet het ook bereiken op de werkplaats. Beton heeft daarin het voordeel dat dat in een fabriek wordt gemaakt en dan ter plaatse in één keer af wordt gemonteerd.
En dat heeft een kwaliteitsgarantie. Het kan ook repetitief op dezelfde manier telkens proper en correct afgewerkt worden. De druipneuzen, als je één keer het detail hebt gemaakt, kan dat balkon honderd of tweehonderd keer herhaald, gebouwd en gemonteerd worden.
Dus je hebt een kwaliteitsgarantie, een esthetische garantie, die een zekerheid biedt als architect om op het einde een aanvaardbaar resultaat te krijgen. Is dat ook een argument juist om te kiezen voor wit beton? Of voor modulaire elementen te construeren? Zeker weten. Een combinatie van.
Modulair zeker, omdat de repetitiviteit daar is. En als het esthetisch en zichtbaar moet zijn, ga je het dan even in wit beton maken. Het wordt zelfs een noodzaak.
Het aantal arbeiders op de werven is zeer schaars aan het worden. Het is bijna een noodzaak om te proberen van fabriekscondities en van de prestaties op de werf nog te beperken tot een montagewerk. De elementen, de componenten komen aan vanuit een geborgen fabrieksomgeving en die worden nog alleen maar gemonteerd.
En dat is een voordeel. Dat is bijna onvermijdelijk. Stedelijke omgeving is het ook steeds moeilijker om ruimte te vinden om die werf volledig te gaan maken.
Dus is het vaak heel makkelijk om een aantal vrachtwagens met de elementen die daarop liggen en dan gewoon te monteren. Hoe omarmt u in een hedendaagse ontwerp koolstofvrije, koolstofarme elementen? Dat is een super belangrijk antwoord. Eigenlijk is het een evidente vraag.
Maar vroeger beperkte de vraag aan de architecten, wat gaat dat kosten? Hoe bepaal je de prijs? Vandaag moeten we daar absoluut naartoe gaan en we zijn daarmee bezig om niet alleen te zeggen, wat gaat het kosten, meneer de bouwheer, maar wat is de CO2-uitstoot? En dan voel je dat de vergelijking als architect, je hebt geen pasklare oplossingen. Maar je moet in staat zijn om aan de bouwheer van in het begin te kunnen zeggen, ongeveer, wat gaat dat kosten? En wat is de CO2-uitstoot? We kunnen daar niet meer omheen. En dus de vraag van meetstaten en eenheidsprijzen zijn achterhaald geworden als je daar niet direct de CO2-uitstoot kunt bijzetten.
En dus als architect geven we daar een vergelijkende studie door BIM-ontwerpen en hoeveelheden op tijd eruit te halen. En de uitdaging is heel groot. In plaats van te zeggen, wat is nu de kubieke meter prijs van beton, wat is de kubieke meter uitstoot van CO2? En daar krijgen we dan, laten we eerlijk zijn, daar zijn wij als architect uiteraard ook stimulerende partij.
Maar wij kijken, de uitdaging ligt bij Yves. Yves moet zorgen dat die beton en zijn cement nog altijd duurzaam blijft. En er is al aangehaald dat ook de overheid regels oplegt.
En ik zeg ook, voor ons als architect is de bouwheer daar ook vragende partij in. Want ik heb ooit een link gelegd. Ontwikkelaars krijgen voordeligere kredietvoorwaarden als zij kunnen aantonen dat hun gebouw duurzaam is of een bepaalde CO2-uitstoot heeft.
Dus ook vanuit dat oogpunt wordt de uitdaging gewoon een evidentie. Jongens, zeg mij, wat is de CO2-uitstoot? Dat geldt vooral voor België, denk ik. Europees.
Europees gezien, ja. En zeker in Nederland. Jullie zijn daar op dat punt nog heel wat vooruitstrevender, als ik dat mag zeggen, ten opzichte van België op dit moment.
De MKI-berekeningen lopen bij jullie al jaren, terwijl die bij ons nog een beetje nu pas ten volle naar voren komen. Dus nee, zeker ook in Nederland. Wij kijken over het muurtje om te zien hoe die berekeningen in Nederland gebeuren.
Daar zijn al databases voor, verleggende studies. Want uiteraard moeten we een objectieve parameter hebben. Een ramingsprijs, daar zijn prijs- en databanken voor.
Maar voor een CO2-uitstoot, die producten, en is dat dan gecertificeerd, kunnen we daarop voortgaan. Op wat baseert een architect zich daarvoor? En daar staat Nederland inderdaad wat verder voor. Hetzelfde voor de stikstofuitstoot.
Jullie kunnen nog weer stilleggen als de stikstofuitstoot te groot is. Zo ver zijn we nog niet in Vlaanderen. Gelukkig maar, wil ik haast zeggen.
Voor de vooruitgang van de bouwprojecten, inderdaad. Het leergeld wordt betaald in Nederland. Kunnen we nog even terugkomen op de productie van witcementbeton? Qua doelstellingen, wat doen jullie precies om de CO2-uitstoot te reduceren? Zoals ik daarstraks al aanhaalde, we proberen zoveel mogelijk materialen te gebruiken zodat we die CO2 kunnen reduceren.
Dus het klinker aantal te gaan verminderen. We doen dat met bijvoorbeeld kalksteen. In een van onze toepassingen zit ongeveer 16 à 17 procent daarin.
Waardoor je die winst al onmiddellijk hebt. Dat is één. Ondertussen zijn er nog heel wat andere zaken waar we onderzoeken doen.
Ten tweede, zoals ik daarstraks ook al aanhaalde, het Carbon Capture and Storage fabriek. Je moet je bijna voorstellen dat het zo groot is als een cementfabriek die daarnaast komt. Die gaat dus van gasvormige naar liquidevormige CO2 omvormen.
Dat gaat er gebeuren. Daardoor gaan we, volledig zonder het transport, een volledig CO2-neutraal cement hebben binnen twee à drie jaar. Dat was mijn volgende vraag. Binnen een drietal jaar gaat dat.
De fabriek is daar sinds een half jaar aan aan het bouwen. Waar staan jullie fabrieken eigenlijk? Onze hoofdfabriek staat in Aalborg, Denemarken. Wij liggen daar vlak aan het water. Dus we kunnen alles verschepen met grote zeeschepen naar alle verschillende locaties waar we dat hebben.
Dat is heel makkelijk. Ik wil nog even voortgaan op jouw vraag wat we voor de rest nog allemaal doen. We hebben een state-of-the-art fabriek in Denemarken.
De restwarmte van onze ovens en dergelijke wordt gebruikt om bijvoorbeeld de huishoudens in Aalborg te gaan verwarmen. We zijn daar heel inventief, ook al jaren, mee bezig. Een tweede voorbeeld is het water van onze groeven waar die kalksteen uitgehaald wordt.
Die is heel het jaar door 9 graden koud of 9 graden koel. Dat water wordt gebruikt als water voor de airco in verschillende industrieën. Nu reeds in een ziekenhuis op een tweetal kilometer van de fabriek.
Dus die 9 graden koud water wordt daar gebruikt om die airco te gaan bevoorraden van water. Zeker in de zomerperiode, waar het kraantjeswater tussen de 15 en 20 graden kan zijn, maakt dat een heel groot verschil. Als ik even naar Bernard kijk, verwachten jullie een grotere voorkeur voor koolstofarme producten, cement eindproducten in jullie toekomstige projecten? Goeie vraag, maar laat me eerlijk zijn.
Als architect is het uiteindelijk het resultaat belangrijk. Of er nu veel CO2 uitkomt of niet, eigenlijk moet het resultaat er zijn. Ik denk dat de grootste druk gaat komen vanuit de financiële hoek, waarbij dat CO2 gaat afgestraft worden door daar een supplement aan kostprijs op toe te lichten.
Ik ben absoluut steunende partij om Yves te helpen, om te zorgen dat cement koolstofarm geproduceerd wordt. Maar ik draai daar niet aan de knoppen. Ik hoop alleen dat ik cement en beton ga kunnen blijven gebruiken, omdat het zo onmisbaar is.
Stel dat architect ons in staat stelt om duurzame gebouwen te maken. We kijken op het niveau van een gebouw. Gebouwen moeten op zich in het geheel ook duurzaam zijn.
En cement is daar 2% van alle bouwelementen in. Dus de vraag is niet alleen aan Yves om CO2-arme bouwproducten te maken, maar ook dat de schaarste CO2-arm moet zijn. We krijgen moeilijkheden om aluminium te verkopen of te gebruiken als gevelafdekking, omdat daar ook een zeer zware duurzaamheidsafdruk is.
Daar is de oplossing circulair en recycleren. De uitdaging is overal. En we zijn een partner daarin.
Ik ga beton niet kunnen schrappen, ook niet willen schrappen. En ik hoop dat het betaalbaar blijft. Voor mij moet het gebouw betaalbaar blijven.
En dan komt daar een druk bij de bouwheren. Alles wordt duurder, we moeten wat duurzamer omspringen. Laat ons bijvoorbeeld de gebouwen een langere leeftijd gunnen.
Dat betekent dat als bouwheer zegt… In plaats van een plafondhoogte van 2,70 meter, laten we de plint standaard op 3 meter zetten, zodat we er ook winkels kunnen maken. En dat het later nog een toepassing kan zijn voor woningbouw. Dat betekent dat we op langere termijn moeten denken, zowel als architect, ook vanuit de betonindustrie, om de CO2-impact te beperken.
Maar ook voor de bouwheren van mensen. We hebben voor de toekomstige generaties allemaal een opdracht. Gaat het goedkoper worden? Nee.
Laat ons meedenken en we zijn volop bezig. Vandaar dit gesprek, om ons daarvan te overtuigen. U noemde een aantal argumenten.
Efficiëntie, snelheid, hoge kwaliteit, duurzaamheid. We hebben het nog niet gehad over brandwerendheid. Wellicht kunnen we daar nog even op inhaken.
Ik denk dat Bernard daar ook best geschikt is om dat toe te lichten. Maar we weten allemaal dat beton een heel hoge brandweerstand heeft. Absoluut.
Wat daar gebeurt, is bijvoorbeeld de gevels. Als je de gevels in beton doet, zowel buitenzijde als binnenzijde, dan kun je de isolatie inpakken tussen de binnenschil en de buitenschil. Vandaag doen we dat met polyurethaan.
Dat moet naar rotswol gaan. Maar doordat je met prefab-elementen werkt, kun je die branddoorzetting tussenin de spouw voorkomen door die elementen af te dichten tussen elkaar. Dat is een oefening.
We proberen ook… We bouwen vandaag zeer veel stolpen. De gebouwen zijn supergeïsoleerd om geen warmteafgifte af te geven. Dat betekent dat in de zomer de gebouwen te veel opwarmen.
Dat is een heel andere discussie. Maar we moeten naar een evenwicht gaan dat de isolatie niet te veel wordt. We komen nu tot rotswolpakketten van 30 centimeter.
Die gevelopbouw lijkt bijna onbehoorlijk te doen. Daar zijn ook voortschrijdende inzichten in om dat te optimaliseren. Brandoverslag is een essentieel element.
Of dat dat in beton of met andere elementen opgelost wordt, dat zijn altijd oplossingen. Maar beton is inderdaad onbrandbaar en mag die brandoverslag… Allee, daar is een zorg minder. Merken jullie dat ook? Dat juist daarom wordt gekozen voor… Absoluut.
Als je ziet, wereldwijd wordt daar heel… Door heel veel architecten gebruik van gemaakt om die buitenschillen, die gevelelementen en die balkons en dergelijke om dat allemaal in dat beton te gaan doen. Heel vaak in het wit beton. Dus dat ervaren wij inderdaad ook wereldwijd.
Bernard, kunt u misschien tot slot nog een mooi referentieproject benoemen in wit beton? Ja, OC in Oostende is denk ik wel een heel mooi voorbeeld, een prachtig gebouw. Ik spreek het door mijn mond alleen als meester. Het is een van de grotere projecten.
Er worden vier fases gedaan, telkens een 50.000 vierkante meter. En in elk gebouw is wit beton gekomen. Het heeft het voordeel gehad dat dat daar snel was.
We zitten daar met een toeristisch seizoen dat de uitvoeringstermijn beperkt. En ook de koopseizoenen zijn zeer gereglementeerd aan de kust. En ja, daar staan wij toe.
Als architecten proberen we creatief te zijn. En hebben we ook een lager gebouwtje uitgerust met een witte gevelsteen. En we moeten daarin toegeven, ik heb daar straks al aangehaald, dat de kwaliteit op de werf altijd moeilijker te garanderen is.
En het spijt me van te horen dat we moeten toegeven dat het plaatsen van die mooie witte gevelstenen helemaal niet het verhoopte resultaat heeft opgebracht. En klachten van de eigenaars. Met beton, zoals gezegd, in die prefabricatie, is die kwaliteitsgarantie beter te bekomen.
En het is uiteraard een verkoopselement. Met die eerste toren hebben we veel wit beton toegepast. En de klant is dan ook vragende partij geweest.
Om in de volgende twee, drie en de vierde fase die we vandaag aan het uitvoeren zijn… Ik spreek over een doorlooptijd van acht jaar nu. Dus na acht jaar zijn we aan de laatste fase. Van nog eens 50.000 vierkante meter appartementen.
En dus daar vraagt de verkoopdienst van de ontwikkelaar later alsjeblieft voldoende witte gevelelementen in te zitten. Die uitstraling, dat frisse effect, die look, bevordert het verkoopsresultaat. Helemaal duidelijk.
Het is ook een heel mooi gebouw als je daar aankomt. Als je in Oostende naar de zee toe rijdt. Dan niet naar het centrum van Oostende, maar echt wel naar het strand toe.
En dan kijk je op een gegeven moment naar links. En dan zie je al die mooie gebouwen achter elkaar. Heel… Ja, echt een… Hoe noem je dat? Een landmark.
Een landmark, inderdaad. Dank u, Bernard. De moeite waard om te bezoeken, dus.
Absoluut. Alle naar de werf van Konings RDBM. Laten we dat doen.
Dank u. Goed, we hebben het vandaag gehad over wit beton. De voordelen zijn ter sprake gekomen, de argumenten. Dus als we morgen gebouwen kunnen optrekken in mooi wit, dus bijna CO2-neutraal beton, dan is iedereen… Is iedereen winnaar in de partij.
Goed zo. Fijn dat jullie dat met ons willen delen. Bernard, je wilde nog iets aan toevoegen? Ja, niet alleen wij, maar ook de toekomstige generaties.
Kijk. Dank jullie wel dat jullie hier waren. En luisteraars, dank je wel voor het luisteren.
Tot de volgende keer. En blijf nieuwsgierig. Beton en Staalbouw, de podcast, is een productie van Louwers Media Groep.
Neem dan rechtstreeks contact op met Aalborg Portland Belgium.
Contact opnemen