UZ Gent volgt het Klimaatakkoord van Parijs en heeft de ambitie om de campus tegen 2050 CO2-neutraal te maken. Het strategisch masterplan omvat een ingrijpende herinrichting en vergroening van de campus en op termijn zelfs de bouw van een compleet nieuw ziekenhuis. Het eerste puzzelstukje van het masterplan is inmiddels gelegd met de opening van het nieuwe parkeergebouw voor medewerkers aan de rand van de campus. Een sober, maar doeltreffend gebouw dankzij een uitgekiende combinatie van beton en staal.
De kern van het masterplan van UZ Gent vormt de bouw van een nieuw ziekenhuisgebouw. “Om dat mogelijk te maken, moeten er eerst wat schuifbewegingen plaatsvinden”, zegt Petra Demoor, programmamanager nieuwbouw bij UZ Gent. “Zo is er in een eerder stadium al een uitwijkgebouw gerealiseerd, genaamd Nobel I, waarin tijdelijk bepaalde diensten van het ziekenhuis worden ondergebracht. Die diensten verhuizen later naar de centrale kern, waarna het uitwijkgebouw dienst gaat doen voor allerlei spin-off activiteiten van het ziekenhuis. Onderdeel van het masterplan is verder het groeperen van de parkeermogelijkheden op de campussite. We streven naar een groenere campus in plaats van overwegend asfalt en maaiveldparking. Onder het nieuwe ziekenhuis komt straks een grote parking voor patiënten en bezoekers, terwijl de medewerkers voortaan parkeren in het nieuwe parkeergebouw.”
Het nieuwe parkeergebouw is bewust aan de rand van de campus gebouwd. “Zo vermijden we dat auto’s van onze personeelsleden het verkeer van onze patiënten en bezoekers kruisen. Dat zorgt voor een vlottere en veiligere mobiliteit op onze campus”, volgens Demoor. “Het ontwerp van het nieuwe parkeergebouw is samen met de Gentse stadsbouwmeester Peter Vanden Abeele tot stand gekomen en kenmerkt zich door een open en sober karakter. Een zuivere en heldere structuur die veel daglicht toelaat.” De parkeertoren heeft acht verdiepingen en biedt ruimte aan 1.818 parkeerplaatsen. UZ Gent heeft de bouw van de garage openbaar aanbesteed en het project op basis van economisch meest voordelige inschrijving gegund aan Wyckaert. “Zoals Petra al aangaf, is het inderdaad een zeer open constructie”, zegt Kurt Ornelis, senior projectleider bij Wyckaert. “Staal leent zich uitstekend voor het bereiken van deze elegantie. De garage bestaat dan ook grotendeels uit een staalstructuur met vloerplaten van beton en daarop een druklaag. De kern van staal is voor Belgische begrippen overigens wel uitzonderlijk. We zijn immers een land van beton.”
Wyckaert is net na het bouwverlof, op 8 augustus 2023, gestart met de uitvoering. “Het gebouw heeft een footprint van 145 bij 45 meter en een hoogte van 29 meter”, zegt Ornelis. “Verder zijn er drie liftkernen in het gebouw opgenomen, zes traphallen en een hoogspanningscabine en is er op iedere verdieping een technisch lokaal aanwezig. Op de begane grond is er nog een sanitair blok gerealiseerd. Het parkeergebouw in- en uitrijden gebeurt aan weerszijden van het gebouw, die in verbinding staat met een rotonde aan de E17. Via een spiraal ter hoogte van de uitrit bereik je de verdiepingen.”
Wyckaert heeft in totaal 2.600 ton aan staal verwerkt in het gebouw. “Daarbij zijn ook speciale profielen geëxtrudeerd om de lasten te kunnen opnemen”, legt Ornelis uit. “De verdiepingsvloeren bestaan uit voorgespannen welfsels van veertig centimeter dik. Hiervan zijn er 2.700 toegepast van elk acht ton per stuk. Er konden er maar drie van op een vrachtwagen. Alleen al voor het leveren van de welfsels waren daarom al negenhonderd transporten nodig. Op de welfsels is een druklaag van beton aangebracht. De druklaag is 32 centimeter dik aan de buitenzijde van de garage en loopt af naar acht centimeter in de as van het gebouw.”
Het parkeergebouw is weliswaar aan de rand van de campussite gerealiseerd, maar toch had de bouwonderneming slechts beperkt de ruimte. Hierdoor stonden twee van de drie torenkranen in de garage. “We konden niet elke verdieping helemaal dichtbouwen, want we moesten telkens twee zones openlaten”, aldus Ornelis. “De twee kranen zijn pas in januari van dit jaar uit de garage gehaald, waarna we alles konden afronden. Verder hadden we te maken met het natste jaar ooit en veel vorst. Allemaal factoren die van invloed zijn geweest op het bouwtraject. We hebben dus recent pas de epoxylaag kunnen aanbrengen voor het afwerken van de druklaag en het aanduiden van de parkeerplaatsen. Ook voor het afwerken en bijpunten van de staalstructuur hebben we vanwege de weersomstandigheden moeten schuiven met de planning.” Desondanks heeft Wyckaert het parkeergebouw tijdig kunnen opleveren. De garage wordt inmiddels volop gebruikt door medewerkers van het UZ Gent.
Amper twee dagen na de ingebruikname van de nieuwe garage, startte UZ Gent alweer met de volgende werf: de bouw van de ondergrondse parking onder het toekomstige ziekenhuis. “Deze garage wordt in twee helften gebouwd”, zegt Demoor. “De enorme footprint van 150 bij 200 meter biedt gelukkig de mogelijkheid om gefaseerd te werken. Eens de eerste fase van de ondergrondse parking klaar is, nemen we die al in gebruik. Vervolgens wordt de bestaande bovengrondse parkeergarage voor patiënten afgebroken om de tweede helft van de ondergrondse parking te kunnen bouwen. Daarna start de bouw van het nieuwe ziekenhuis.” De bedoeling is dat voor die tijd alle maaiveldparkings stelselmatig verdwijnen. Er wordt een nieuw voorplein aangelegd en overall een aangenamere omgeving gecreëerd. “We willen minder asfalt, meer groen en meer plaats voor fietsers en voetgangers. Nu is de auto koning op de campus, straks zijn dat de voetgangers en fietsers.”
Het nieuwe parkeergebouw is overigens nog niet helemaal afgerond. Er volgt nog een aparte aanbesteding voor het ‘zonnedak’. “Er komen zoveel mogelijk zonnepanelen op de parkeertoren”, zegt Demoor. “Die zorgen ervoor dat ook de auto’s op de bovenverdieping beschut staan tegen de zon. Daarnaast staan ze in voor de energietoevoer aan de laadpalen en dragen ze natuurlijk ook bij aan de energievoorziening van het ziekenhuis. Dankzij het dak van zonnepanelen speelt de parkeertoren bovendien een rol in de circulaire energievoorziening en de ambitie om de campus tegen 2050 CO2-neutraal te maken.”