Vanaf 2026 wordt CO2 van een aantal industriebedrijven in de Rotterdamse haven opgevangen, getransporteerd en opgeslagen in oude gasvelden onder de Noordzee. Voor het realiseren van de complexe transportinfrastructuur zijn verschillende initiatieven opgetuigd die deels samenwerken. Een daarvan is Porthos, een joint venture van Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam en EBN met een lange landleiding, een compressorstation en een pijpleiding op zee waar CO2 in een uitgeproduceerd gasveld wordt gepompt. Bijna aan het eind van de Tweede Maasvlakte ligt het hart van het project: het compressorstation dat de verzamelde CO2 op hoge druk en de juiste temperatuur brengt.
Porthos is naast Aramis en CO2Next één van de samenwerkingen die het afvangen en ondergronds opslaan van CO2 tot doel heeft. Deze Carbon Capture and Storage (CCS) moet een belangrijke bijdrage gaan leveren aan de beperking van de CO2-uitstoot, met name die van de industrie. Nadat de Raad van State in augustus 2023 groen licht gaf voor de start van Porthos, begon niet lang daarna de aanleg van de landleiding. Deze legt vanaf de Vondelingenplaat een uiterst bewerkelijk traject af van 30 km door het havengebied, voornamelijk ondergronds, waarbij zelfs een kanaal of zeewering tot wel 50 m diep wordt gepasseerd. Vanaf het compressorstation wordt momenteel een 22 km lange leiding gelegd naar een boorplatform dat de CO2-injectieputten op 3 tot 4 km diepte zal pompen.
Het 2 hectare grote terrein van het compressorstation ligt ingeklemd tussen de ECT Euromax containerterminal en de Maasvlakte Olie Terminal. “Hier wordt straks de CO2 via een 42-duims leiding op 30 bar aangevoerd”, begint Reinier Lissenberg, construction manager compressorstation voor Porthos. “Op het terrein van het compressorstation wordt het gas gefilterd en naar een druk van 180 bar gebracht. Dat gebeurt middels drie compressoren, waarvan er een als reserve fungeert. Het gebouw is al voorbereid op nog eens drie compressoren voor Aramis.”
Bij de compressie komt warmte vrij en om te hoge temperaturen te voorkomen, worden de compressoren gekoeld. “Om de temperatuur te beheersen zijn de compressoren aangesloten op een gesloten koelsysteem. In een apart warmtewisselaargebouw wordt dit gesloten systeem gekoeld met water dat door een koelwaterpompgebouw uit het Yangtzekanaal wordt onttrokken. Restwarmte die vrijkomt van de warmtewisselaar gaat zijn weg vinden naar de iets verderop gelegen GATE Terminal waar LNG wordt omgezet van vloeibaar naar gas. Naast het warmtewisselaargebouw staat het ‘elektrogebouw’ met de trafo’s. Hier zetten trafo’s 66 kV om naar 11 kV en 440 V voor de voeding van alle installaties.”
De bouw van het compressorstation is via een Europese aanbesteding terechtgekomen bij coördinerend aannemer Bonatti, waarbij G. van der Ven BV Aannemingsbedrijf coördinerend en realiserend aannemer is voor het koelwaterpompgebouw. Lissenberg: “Het diepste punt is de kelder van de koelwaterinlaat aan de Yangtzehaven. Hier is naast het uitbreiden van een stuk kademuur een bouwkuip gemaakt met damwanden. Vervolgens is op 9 m diepte met onderwaterbeton een fundatieplaat gestort waarop in een droge kuip de betonnen kelderwanden zijn gemaakt. De bovenbouw van het koelwaterpompgebouw is van prefab beton.”
Het hoogste punt wordt het compressorgebouw dat tot 13 meter reikt. “Dit is ook het enige gebouw dat op palen staat, alle andere gebouwen zijn op staal gefundeerd”, vervolgt Lissenberg. “De compressoren en interstage koelers met al het aanverwante equipement vormen een zwaar pakket, dat verschillende belastingen genereert. Zowel statisch als dynamisch. Van de 806 CFA-palen (met avegaar geboorde in de grond gevormde palen; red.) draagt een deel een stabilisatiematras, opgebouwd uit geotextiel en granulaat, waar de compressoren op staan. Dit matras verwerkt een groot deel van de dynamische belastingen. De bovenbouw van het compressorstation wordt net als het warmtewisselgebouw opgetrokken uit een staalconstructie en sandwichpanelen in een blauwe kleur. Bij de andere gebouwen is de bovenbouw gemaakt met prefab betonnen elementen. Het elektrohuis kreeg een keramische gevelafwerking met Mosategels in een mooie zandkleur. Zo gaan alle gebouwen straks een beetje op in het duinlandschap.”